Windesheim

Windesheim

vrijdag 22 maart 2013

Apps voor dyslectische leerlingen

Vele jaren geleden gingen we met de taal-dyslexie leerroute van Windesheim Opleidingen Speciale Onderwijszorg op reis naar Engeland. Dr. Andi Sanderson demonstreerde daar op zeer overtuigende wijze de mogelijkheden van verschillende soorten software voor dyslectische leerlingen. Waarom zouden dyslectische leerlingen op school onnodig problemen hebben met lezen, spellen en leren,  als de computer, ook toen al wijd verbreid, zo goed kon compenseren daarvoor? Toen we terugkwamen in Nederland volgde meteen een fanatieke zoektocht naar bruikbare software voor Nederlandse leerlingen. Het resultaat viel bepaald niet tegen.

Inmiddels zijn we op dit vlak erg veel verder gekomen. Zo kwam bij Lexima recent een nieuwe hulpwijzer uit waarin een fraai overzicht staat van beschikbare software.  Deze hulpwijzer kan gratis besteld worden. En toch... voor veel leerlingen zijn we niet ver genoeg. Nog te veel kinderen ondervinden onnodig hinder van hun dyslexie. We leven in een tijd waarin computers heel gewoon zijn, en lezen en schrijven via de computer ook. Compenseren zou de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn, maar we doen het vaak niet. Vaak worden kosten genoemd als belemmering, maar ook onwennigheid en angst voor verandering lijken een rol te spelen.

Gelukkig dient een nieuwe mogelijkheid zich aan. De tablet wordt steeds meer gemeengoed. Sommige scholen werken al met tablets voor alle leerlingen. Tablets hebben grote voordelen voor dyslectische leerlingen. Ze zijn draagbaar, licht en de accu's houden het langer vol dan de accu's van laptops. Daarnaast zijn ze stoer; de meeste leerlingen vinden het erg gaaf om met een tablet te werken. De apps zijn doorgaans goedkoper dan de compenserende software, terwijl ze wel ongeveer dezelfde mogelijkheden hebben. Het werken met kleine oortelefoontjes is handig en sociaal volkomen geaccepteerd. Op deze manier kunnen kinderen bijvoorbeeld luisteren naar luisterboeken, terwijl de andere kinderen aan het stillezen zijn. Niemand hoeft meer kostbare leestijd te verspillen. Door het werken met apps doen kinderen bovendien succeservaringen op hetgeen ook hun motivatie voor leren ten goede komt.

Een kleine zoektocht naar iPad  en iPhone apps voor dyslectici levert een leuke lijst op. Een dergelijke lijst is uiteraard nooit uitputtend. Iedere dag komen er apps bij. Voordat een app wordt aangeschaft is het altijd van belang om kritisch te kijken naar de prijs, de voorwaarden (moeten er bijvoorbeeld stemmen extra worden aangeschaft?), de taal (is het in het Nederlands beschikbaar?) en de gebruikersrecensies.

Audioboeken:
Yoleo (voor iPad en PC)
Luisterbieb (voor Apple en Android)
Storytel (voor Apple en Android)

Spraakherkenning:
Dragon Dictation

Tekstverwerken met synthetische stem en woordvoorspelling:
AppWriter NL
AppWriter pocket voor de iPhone

Tekstverwerken met synthetische stem:
Write & Say (Engelstalige app, Nederlandse stem verkrijgbaar)

Tekst naar spraak
Voiceover Toegankelijkheidsfunctie die geactiveerd kan worden op de iPad
Voice Dream Reader
Clarospeak

Aantekeningen maken
Soundnote (audio opname + synchrone notities)
Notability (audio opname + synchrone notities)
Evernote 

Mindmap
SimpleMind

Organisatie en productiviteit
Herinneringen (standaard aanwezig)
HomeWork

Tablets en apps kunnen hindernissen op school wegnemen voor dyslectici en er aan bijdragen dat zij hun potentieel kunnen waarmaken. Grenzen tussen 'dyslectisch' en 'niet dyslectisch' vervagen daarbij. Veel van bovengenoemde apps worden immers ook door niet dyslectici gebruikt. Misschien moeten we het niet meer hebben over hulpmiddelen, maar simpelweg over algemeen beschikbare en maatschappelijk aanvaarde  technologie. Het goed integreren van deze technologie in het schoolse leven is geen eenvoudige opgave, maar we kunnen ons er niet meer aan onttrekken vanwege de meerwaarde voor het leerproces en voor de motivatie van heel veel leerlingen.






zondag 10 maart 2013

Kinderen helpen verdwalen in boeken

Cultuureducatie
Op 23 januari organiseerde KunstStation C, bureau voor cultuureducatie in de Provincie Groningen een studiemiddag over lezen voor cultuur- en leescoördinatoren. De openingslezing was van Simon van der Geest die in 2011 de gouden griffel won met zijn boek Dissus en in 2012 zijn nieuwe boek Spinder uitbrachtHij riep op om kinderen te helpen verdwalen in boeken. Het lijkt gemakkelijk en heerlijk, verdwalen in boeken. En de enthousiaste lees- en cultuurcoördinatoren die de sneeuw getrotseerd hadden om in het veenkoloniaal museum van Veendam aanwezig te kunnen zijn, wilden niets liever. Toch is de praktijk weerbarstiger.

Verdwaal-ervaring
Alleen gemotiveerde veellezers kiezen de boeken die Van der Geest bedoelt uit zichzelf: originele vernieuwende literatuur voor kinderen. Het gros van de kinderen heeft een ouder of een meester of juf nodig die ze helpt verdwalen. Thuis lezen kinderen steeds minder. Die leerkracht is dan ook van cruciaal belang. Maar om kinderen te helpen verdwalen moet je als leerkracht zelf hebben gevoeld hoe het is om je te verliezen in een boek. En niet alle leerkrachten hebben 'verdwaal-ervaring'.

Literaire competentie
In een eerdere blog schreven we al over boeken kiezen in het kader van de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en het leren samenleven. Een andere invalshoek is het kiezen van boeken en het werken ermee vanuit literair perspectief. Coosje van de Pol onderzocht in haar proefschrift hoe leerkrachten met behulp van prentenboeken bewust kunnen inzetten op de ontwikkeling van de literaire competentie van kleuters. Getrud Cornelissen doet onderzoek naar de literaire competentie van kinderen in de basisschoolleeftijd en Theo Witte heeft voor de bovenbouw van havo en vwo beschreven hoe de literaire ontwikkeling van leerlingen verloopt, hoe boeken kunnen worden onderverdeeld in niveaus en welke doelen aan het lezen ervan kunnen worden gekoppeld. Hij onderscheidt belevend leren lezen, herkennend leren lezen, interpreterend en esthetisch leren lezen, letterkundig leren lezen en academisch leren lezen. Op basis van de niveaus van Witte is het project Lezen voor de lijst  opgezet voor zowel de onder- als de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.

Referentieniveaus
De niveaus van Witte zijn ook in de Referentieniveaus opgenomen. Leerlingen op niveau 1F moeten jeugdliteratuur belevend kunnen lezen. Op niveau 2F moeten ze eenvoudige adolescentenliteratuur herkennend kunnen lezen, op niveau 3F eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch en reflecterend kunnen lezen en op niveau 4F volwassenenliteratuur interpreterend en esthetisch kunnen lezen.

Wat we nu weten
Wat betekent dit alles nu voor het basisonderwijs? Iedere leerling moet aan het eind van het basisonderwijs belevend kunnen lezen. Belevend lezen wil volgens Lezen voor de lijst zeggen dat leerlingen in dit niveau vooral lezen om zich te vermaken, terwijl het in de bijbehorende boeken voornamelijk draait om emoties. Tegelijk maakt het onderzoek van Van de Pol of Cornelissen duidelijk dat basisschool-leerlingen heel goed in staat zijn interpreterend en esthetisch te lezen.

En de praktijk van de basisschool
Van de praktijk van het basisonderwijs weten we dat literatuuronderwijs er alleen bestaat als een leerkracht daar zelf gemotiveerd voor is. Dan wordt er gesproken over boeken en krijgen leerlingen hulp bij het kiezen ervan. Veel leerkrachten geven geen literatuuronderwijs, maar technisch leesonderwijs. Zij zijn vooral gericht op het geven van leesinstructie, waarbij de gedachte is dat meer aandacht voor technische aspecten van het lezen leidt tot hogere leesniveaus. Het kiezen van boeken en het uitwisselen van leeservaringen wordt bij de leerlingen zelf gelegd. Alleen het besef dat niet alleen leestechniek, maar ook het samen met leerlingen praten over boeken leidt tot betere lezers kan het leesonderwijs op basisscholen veranderen. Het uitwisselen van leeservaringen en het bijhouden van wat leerlingen lezen, is niet iets voor erbij. Het maakt deel uit van de leesinstructie. In methodes worden leesbevorderingsactiviteiten nogal eens overgeslagen en het is ook maar de vraag wat het effect ervan is. In leesprojecten als LIST  maakt het communiceren over boeken expliciet deel uit van het onderwijs in lezen.

Boeken kiezen en erover praten?
Voor het basisonderwijs zijn er -als het gaat om lezen- twee belangrijke pijlers: leesmotivatie en kwaliteit. Boeken moeten kinderen aanspreken en leerkrachten moeten zich bewust zijn van de kwaliteit ervan. Als je het eenvoudig bekijkt, kun je boeken onderverdelen in 'gemaksboeken' (boeken die je even snel meeneemt van een grote stapel in een warenhuis of de speelgoedwinkel en waarvan niet altijd direct duidelijk is wie de auteur of illustrator is), 'lekker lezen-boeken' (boeken die kinderen graag lezen, die dikwijls erg leesbevorderend zijn en waarin vooral 'vermaak' centraal staat), 'lekker lezen-plusboeken' (boeken die met aandacht zijn geschreven, die fijn zijn om te lezen en die je ook nog aan het denken zetten over jezelf of de wereld om je heen) en 'boeken om in te verdwalen' die bijzonder zijn vanwege het taalgebruik, de opbouw van het verhaal of de manier waarop ze vormgegeven zijn). Het is aan leerkrachten zelf om na te gaan welk boek voor hen in welke categorie hoort. 
De eerste categorie zou op een basissschool die staat voor goed leesonderwijs eigenlijk niet in de kast moeten staan. Boeken uit die categorie worden alleen (voor)gelezen wanneer ze door kinderen meegenomen worden van thuis. De tweede categorie is vooral belangrijk om kinderen te motiveren leeskilometers te maken. Het gaat hier dikwijls om gemakkelijk toegankelijke serieboeken. De derde categorie bestaat uit motiverende (serie)boeken die zich lenen voor het maken van leeskilometers, maar ook voor het met kinderen spreken over emoties, over wat zij herkennen uit hun eigen leven en dat van anderen. Boeken in de vierde categorie lezen sommige kinderen zelfstandig en andere samen met de leerkracht. Bij deze boeken passen gesprekken vanuit een literaire context goed, zoals de speciale b-, c- en d-vragen die Aidan Chambers ontwikkelde.

Meer weten over het kiezen van en het werken met boeken voor het basisonderwijs? In Verborgen talenten, jeugdliteratuur op school is aandacht voor fictie èn non-fictie, voor leesonderwijs èn voor lezen geintegreerd in alle basisschoolvakken.

Verdwalen in boeken met Simon van der Geest: dat zou voor ieder kind mogelijk moeten zijn.

Wacht maar
In mijn kop
groeit een plan
broeit een plan
mijn wraak is zoet
en zwart als drop

(Uit Dissus)