Een school voor speciaal basisonderwijs: Wij besteden minimaal aandacht aan wereldoriëntatie. We willen onze leerlingen vooral taal en rekenen leren.
Een school voor nieuwkomers-leerlingen: Wereldoriëntatie is te moeilijk voor onze leerlingen. Dat begrijpen ze niet. Wij bieden dat niet aan.
Wereldoriëntatie noodzakelijk als basis om taal te leren
In deze blog schrijven we over het belang van kennis voor de taal- en begripsontwikkeling. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat juist in onderwijsvormen waar veel taalzwakke leerlingen te vinden zijn, wereldoriëntatie op een laag pitje staat. De intenties van leraren zijn goed; ze willen het beste voor hun leerlingen en daarom laten ze wereldoriëntatie weg (of beperken ze in het vo en mbo vakken als aardrijkskunde, geschiedenis of burgerschap sterk voor taalzwakke leerlingen). Maar het is een cruciale fout om deze leerlingen niet of nauwelijks in aanraking te brengen met kennis. Het wordt steeds duidelijker dat taal- en begripsontwikkeling niet mogelijk zijn zonder kennisontwikkeling (Willingham, 2009, Hirsch, 2016 of Schmoker, 2018). Leerlingen hebben inspirerende inhouden nodig die er werkelijk toe doen om diepgaand te leren lezen, denken, praten en schrijven. En inhouden die ertoe doen in het Nederlandse onderwijs, zijn inhouden die beschreven zijn in de Kerndoelen Wereldoriëntatie. We hebben het al vaker geschreven: leerlingen ontwikkelen hun taal onvoldoende via gefragmenteerd onderwijs met taal- en leesmethodes waar geen sprake is van rijke teksten, waar ze werken aan invullessen en waar inhouden er niet toe doen. Als je tot taal- en begripsontwikkeling wilt komen, zou niet het oefenen van een berg strategieën, regels en woordbetekenissen centraal moeten staan. Bij de ontwikkeling van taal en begrip gaat het om het verwerven van kennis (voor een groot deel door te lezen), het doordenken daarvan en het verslag doen van dat denkproces (praten en schrijven). Wereldoriëntatie is geen luxe voor taalzwakke leerlingen, maar bittere noodzaak.
Samen met onze Focus-leergemeenschap zijn we al een aantal jaren bezig met het vernieuwen van leesbegrip met het programma Focus op begrip dat zich richt op rijke contexten en rijke taal. In onze leergemeenschap proberen we samen met leraren aanpakken uit, passen ze aan en proberen ze opnieuw uit. Onze bevindingen communiceren we met het lerarenveld en met uitgevers. Ook ons wordt het steeds duidelijker dat leesbegrip hand in hand gaat met wereldoriëntatie. Wat hebben we tot nu toe geleerd over het verbinden van wereldoriëntatie en taal?
1. Kijk welke onderdelen van je methode wereldoriëntatie je echt nodig hebt. Kun je voor geschiedenis bijvoorbeeld geen goed geschreven handboek kiezen dat alle leerlingen in hun vak hebben? Dat kun je samen met ze lezen, je kunt terugbladeren of vooruit, je kunt het uitbreiden met fictie en verhalende non-fictie en je kunt er discussie- en schrijfopdrachten bij geven. Gebruik je wel een methode, leg de werkboeken dan aan de kant en vervang die door eigen opdrachten waarbij leerlingen veel denken, praten en schrijven.
2. Als je besluit tot de aanschaf van een methode wereldoriëntatie, kijk dan kritisch naar de teksten. Wekken ze de nieuwsgierigheid van leerlingen op of zijn ze saai? Nemen ze leerlingen mee in het verhaal dat wordt verteld of zijn ze eerder opsommend? Nodigen ze uit tot denken of zijn ze daar niet interessant genoeg voor? Gaat het om doorlopende teksten met illustraties die ertoe doen of om korte gefragmenteerde teksten van een paar regels met veel plaatjes?
3. Kijk kritisch naar de duur van de thema's in je methode wereldoriëntatie. Stel dat we uitgaan van zes langer durende wereldoriëntatie-thema's per jaar, dan kunnen we (in groep 5-8) 24 thema's aanbieden die minstens 6 weken duren. Als we het aantal thema's beperken en de overblijvende thema's uitbreiden met lezen, praten en schrijven, kunnen we gemakkelijk vier keer per week aan die thema's werken. Uit de taalmethode kan immers ook het een en ander geschrapt worden en de methode begrijpend lezen is niet langer nodig, evenmin als de methode voortgezet technisch lezen.
4. Denk kritisch na over de inhoud van de thema's. Je kunt samen kiezen voor brede thema's over de wereldoriëntatievakken heen maar ook voor thema's per vak (bijvoorbeeld tien voor geschiedenis (de tijdvakken), zes voor natuur en techniek, zes voor aardrijkskunde en twee voor kunst). Zorg er voor dat je de thema's zo kiest dat er gemakkelijk goede kinderboeken (fictie) bij te vinden zijn.
5. Kies bij het wereldoriëntatie-thema waar je over werkt twee moeilijke voorleesboeken die leerlingen zelf niet zo snel zouden kiezen (maar die wel motiverend zijn voor de groep) en lees die tijdens het werken aan dat thema helemaal voor (dagelijks 20 minuten).
6. Kies boeken bij het wereldoriëntatie-thema die leerlingen tijdens het vrij lezen kunnen kiezen.
7. Stel tekstsets samen die bij het thema passen (teksten die aansluiten bij het thema, die met elkaar verwant zijn en oplopen in moeilijkheidsgraad).
Tot slot een citaat uit het inspirerende boek van Mike Schmoker (Focus. Elevating the essentials to radically improve student learning):
Coherent, content-rich curriculum isn't just important: it is indisputably essential to the educational enterprise, to all we aspire to accomplish for students (p.22).
Zo'n curriculum bestaat volgens Schmoker (p.22) uit:
*adequate amounts of essential subject-area content, concepts and topics
*intellectual/thinking skills (e.g., argument, problem solving, reconsiling opposing views, drawing one's own conclusions; these are not to be confused with insiped test-prep skills such as 'inferring' or 'finding the main idea').
*authentic literacy-purposeful reading, writing, and discussion as the primary modes of learning both content and thinking skills