Geheel in de geest van alle aandacht voor Scandinavische series als The Killing, The Bridge, Borgen en de boeken van Stieg Larsson zijn we samen met studenten op studiereis naar Stockholm geweest. Meteen op de eerste dag brachten we een bezoek aan SBI (Svenska Barnbok Instituta), het in 1965 opgerichte Zweedse instituut voor jeugdliteratuur. Het zag er uit zoals je je een instituut voor jeugdliteratuur voorstelt: bevlogen medewerkers met veel hart voor jeugdboeken en een gebouw van onder tot boven vol boeken. Het instituut heeft een eigen tijdschrift voor jeugdliteratuur dat openbaar toegankelijk is op internet (Barnboken, Tidskrift for barnbokenlitteraturforskning) en waarin behalve Zweedstalige ook Engelstalige artikelen worden gepubliceerd.
Alle jeugdboeken die in Zweden worden uitgebracht, worden door het instituut aangeschaft. De medewerkers zagen de laatste jaren een sterke toename in het aantal gepubliceerde boeken. Ook als het gaat om kinderliteratuur zijn in Zweden detectives en thrillers populair. Daarnaast wordt er veel fantasy uitgegeven. Heel bijzonder is de aandacht voor gender-neutrale boeken. Ook in de Nederlandse media is de laatste tijd aandacht voor de Zweedse gender-discussie die soms extreme vormen aanneemt, zoals dit artikel in de Volkskrant laat zien. Vanuit de overheid bestaat de wens om kinderen zo sekse-neutraal mogelijk op te voeden en er is het initiatief genomen om een speciaal neutraal persoonlijk voornaamwoord in te voeren: hen.
Voor jonge kinderen worden gender-neutrale prentenboeken uitgegeven, zoals Kivi & Monsterhund van Jesper Lundqvist en Bettina Johansson met op de kaft de vermelding: ''Zwedens eerste kinderboek met 'hen' ''. Voor de oudere jeugd verschijnen veel boeken waarin seksualiteit een belangrijke rol speelt en waarin grenzen tussen (homo- en heteroseksuele) liefdesrelaties en vriendschappen vaag zijn en in elkaar overlopen.
Op de scholen die we bezochten vroegen we natuurlijk naar de mening van de leraren over de gender- discussie. Zweedse leraren bleken sowieso niet erg positief over de overheid waar het onderwijs betreft. Ze hebben de laatste jaren het inclusief onderwijs waarmee ze wereldberoemd werden, zien verdampen. Ze doen wanhopige pogingen de pedagogische uitgangspunten waarop ze zo trots zijn en die niet alleen tot het wezen van Zweedse kinderboeken, maar ook tot het wezen van het Zweedse onderwijs behoren, overeind te houden in het geweld van de toetsopbrengsten die door de Zweedse overheid, net als door de Nederlandse, van het onderwijs worden gevraagd. Als het ging om de gender-discussie zagen we alleen gefronste wenkbrauwen. We spraken leraren die wanhopig verzuchtten dat, hoe sekse-neutraal speelgoed ook is, meisjes toch altijd naar poppen grijpen en die zich afvroegen hoe de overheid zich voorstelde dat op scholen met een grotendeels anderstalige en taalzwakke populatie, ook nog een nieuw voornaamwoord zou moeten worden aangeleerd.
Op de vraag van Zweedse leraren naar de gender-discussie in Nederland, konden we naar waarheid antwoorden dat de jaren zeventig, waarin Jip en Janneke te rolbevestigend werd gevonden, omdat Janneke begint te gillen als ze een koe ziet en Jip zijn auto's in het poppenhuis van Janneke stalt als zij even weg is, ver achter ons liggen. Ouders kregen toen van de feministische beweging het advies om tijdens het voorlezen voor Jip Janneke te lezen en voor Janneke Jip, zodat geen enkel klein meisje meer zou kunnen denken dat voor haar geen toekomst als piloot zou zijn weggelegd en iedere jongen ervan overtuigd zou raken dat het heel gewoon is om te gillen bij het zien van een koe.
We gingen ook nog naar Junibacken waar de wereld van Astrid Lindgren in het klein is nagebouwd. Hoewel het naar de smaak van de studenten wel erg kinderachtig was, vroegen wij ons, uitkijkend over de landschappen van Emil, Karlsson, Lotta, de Gebroeders Leeuwenhart en Pippi, af of een land dat een schrijfster als Astrid Lindgren heeft voortgebracht, deze gender-discussie wel nodig heeft...