Windesheim

Windesheim

dinsdag 9 mei 2017

Spreken bibliotheek en school dezelfde taal?

Leesconsulent on demand
Een woensdagmiddag op basisschool De Windwijzer in Almere: de lerares van groep 8 loopt de teamruimte binnen waar de leesconsulente aan het koffiedrinken is. De lerares vertelt dat ze begrijpend lezen heeft gekoppeld aan het thema 'het menselijk lichaam'. Ze vindt het een fijn thema, want ze kan er veel boeken en teksten mee verbinden. 'Oh', roept de leesconsulente meteen: 'Dan moet je het nieuwe boek van Anna Woltz ook gebruiken: Alaska. Dat is echt prachtig. Het gaat over een jongen met epilepsie en het heeft hele rijke taal. Ik neem het wel voor je mee'. Vervolgens praten we nog even door over boeken die je aan het huilen maken. De lerares citeert een uitspraak van een van haar leerlingen. 'Achtstegroepers huilen niet, maar de juf wel'.

Bibliotheek op school
Een mooi voorbeeld van hoe een leesconsulent een leraar kan ondersteunen. In het huidige onderwijs is de bibliotheek niet weg te denken. Veel scholen werken met Bibliotheek op School en dat blijkt effectief (zie hoofdstuk 4 van de publieksversie van het proefschrift van Thijs Nielen over aliteracy) De leesmonitor van de Bibliotheek op School (dBOS) geeft leraren inzicht in de leesmotivatie van leerlingen en hun eigen bijdrage daaraan. De boekencollectie is steeds actueel en leerlingen kunnen breed kiezen. De leesconsulent kan de school ondersteunen met informatie over boeken en voorbeeldlessen in de klas (zie de brochure Leesbevordering in de basisschool). 

Samenwerking bibliotheek en school 
Toch zien we in de praktijk dat scholen en bibliotheken nog niet altijd optimaal samenwerken. Tijdens de vele bijeenkomsten die we verzorgen voor leescoördinatoren en leesconsulenten lijkt het soms alsof school en bibliotheek elkaars taal niet verstaan. Vanuit hun enthousiasme voor boeken en lezen verwijten leesconsulenten leraren soms dat ze te weinig lezen, niet genoeg boeken kennen en geen tijd hebben om aandacht aan leesbevordering te besteden in de klas. Leraren hebben het gevoel dat leesconsulenten even binnen komen waaien om een boekenkring of een andere leesactiviteit uit te voeren, maar dat het niet meer is dan 'iets voor erbij'.

Dat is jammer. Leesconsulenten en leraren zouden elkaar juist moeten ondersteunen. Samen kunnen ze er immers voor zorgen dat het leesonderwijs op Nederlandse scholen echt gericht wordt op lezen. Motiverende boeken voor het vrij lezen en collecties rond wereldoriëntatiethema's kunnen methodes voor voortgezet technisch en begrijpend lezen vervangen. Als bibliotheek en school meer samenwerken, zullen leerlingen plezier krijgen in lezen en boeken, wordt hun leesvaardigheid vergroot en komen in het brein rijke verbindingen tot stand doordat ze lezen en denken rond brede interessante thema's. Daarbij is misschien wel het belangrijkst dat leesconsulenten leren om 'klein' te denken. Beginnen met een boekpresentatie van drie minuten die een leraar gemakkelijk kan overnemen en niet meteen met een leeskring van drie kwartier. 

Klein denken  
Hoe kan aan dat 'klein denken' vorm worden gegeven? Leesconsulenten kunnen leraren in de kleutergroepen ondersteunen in het kiezen van brede thema's (alles wordt anders, groeien, schitterende kleuren...), waarmee veel niet te eenvoudige prentenboeken kunnen worden verbonden. Ze kunnen die prentenboeken samen met hen kiezen en nadenken over manieren om ze (herhaald) aan te bieden. Daarbij letten ze erop dat de strekking van het verhaal centraal staat en niet wordt ondergesneeuwd door teveel interactie. Interessante denkvragen worden bewaard voor na het lezen.

Leesconsulenten kunnen leraren in de midden- en bovenbouw helpen bij het uitvoeren van korte leesbevorderingsactiviteiten rond vrij lezen: een boekpromotie van een paar minuten, boekreclames door leerlingen. Ze kunnen er samen met leraren voor zorgen dat er 20 minuten werkelijk gelezen wordt zonder dat leerlingen heen en weer lopen of uit het raam kijken en dat de leestijd niet wordt vervangen door andere aantrekkelijke leesactiviteiten. Er kan worden onderzocht of zwakke en ongemotiveerde lezers (tijdelijk) baat kunnen hebben bij luisterboeken of dat digitale boeken misschien motiverend voor hen zijn. Leesconsulenten kunnen leerlingen helpen bij het kiezen van boeken en de leraar bij het zicht houden op de leesvoorkeuren van leerlingen. Steeds meer scholen willen graag dat leerlingen verder kunnen lezen rond wereldoriëntatiethema's of actuele thema's van Nieuwsbegrip. Ze hebben de bibliotheek nodig bij het kiezen van boeken (fictie en non fictie) over die thema's. 

Sommige scholen werken met themagericht begrijpend lezen (bijvoorbeeld in het DENK! project). Het is fijn wanneer ze steun krijgen bij het bedenken van brede interessante thema's met veel perspectieven en het verzamelen van collecties rijke teksten en filmpjes rond die thema's. Als het gaat om boeken wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen doorleesboeken (fictie en non fictie) en grasduinboeken (non fictie). Doorleesboeken (rijke teksten met een verhaalstructuur) zijn nodig bij vrij lezen en themagericht begrijpend lezen om de leesvaardigheid en het leesbegrip te vergroten. Grasduinboeken (boeken met veel illustraties, waarin de informatie verpakt is in korte stukken tekst en kadertjes) kunnen worden gebruikt bij projecten waar leerlingen zelf informatie moeten zoeken. Het is voor leraren ook fijn wanneer ze hulp krijgen bij het kiezen van voorleesboeken die aansluiten bij thema's waarover in de klas wordt gewerkt. 

Daarnaast is het natuurlijk prachtig wanneer leraren naast vrij lezen en activiteiten rond leesbegrip leesbevorderingslessen krijgen aangereikt. Het is belangrijk dat poëzielessen en leeskringen eenvoudig en 'navolgbaar' zijn en dat leraren op de hoogte blijven van interessante websites zoals raadgedichtleesbevorderingindeklas, theaterlezen etc. En uiteraard is het ook interessant om nieuwe (digitale) mogelijkheden te verkennen, zoals het maken van stop motion filmpjes of digital storytelling naar aanleiding van boeken.

En misschien wel de belangrijkste aanbeveling: GA KIJKEN! Ga als leesconsulent kijken bij lessen vrij lezen en leesbegrip. Observeer hoe leerlingen reageren op de korte boekintroductie voorafgaand aan het lezen en op boekreclames na afloop. Bespreek met de leraar welke leerlingen wel of niet geconcentreerd lezen en wat de mogelijkheden zijn om hen te interesseren. 


Moed
Het creëren van goed leesonderwijs vergt innovatief denken en moed. Daarom tot besluit een citaat uit Alaska van Anna Woltz (inderdaad een fantastisch voorleesboek): 

Alaska gaat over bang zijn. En over moed. Er zijn zoveel dingen in de wereld waar je bang voor kunt zijn. Dingen ver weg, in je eigen stad, in je familie, of in je eigen lichaam. Wat doe je als je weet dat het elk moment mis kan gaan? Blijf je verder in bed liggen, of ga je de wereld in en hoop je dat er naast de erge ook fantastische dingen gebeuren? (Anna Woltz)