Windesheim

Windesheim

zondag 20 juli 2014

De zomerdip

Tip tegen de zomerdip
De zomerdip is hot. En dan gaat het niet om de depressie die je voelt als je de schooldeur achter je hebt dichtgetrokken en er een lange lege zomer voor je ligt. Tik op google zomerdip in en verreweg de meeste hits blijken te gaan over de vraag hoe ouders het wegzakken van de leesvaardigheid in de zomervakantie kunnen voorkomen. Daar weten Nederlandse leesspecialisten alles van. Er zijn zelfs heuse kwaliteitskaarten tegen de zomerdip gemaakt met werkbladen bij Vos en Haas van Silvia VandenHeede. Ook Zwijsen geeft volop zomerdiptips, net als de bibliotheken.

Leeskinderen en leefkinderen
In de praktijk is de zomerdip heel wat moeilijker te bestrijden dan al die vrolijke tips doen vermoeden. Annie M. G. Schmidt maakte als jeugdbibliothecaris lang geleden al de onderverdeling in lees- en leefkinderen. ''De leefkinderen hebben geen behoefte aan boeken, ze spelen liever. Ze beleven al zo veel in de wereld, ze hebben geen aanvulling nodig. Deze leefkinderen kwamen uitsluitend in de leeszaal uit nieuwsgierigheid, of om te zien of er iets te beleven viel of om te praten en te wriemelen. Ze waren er per ongeluk, en ze gingen meestal vanzelf weer heel gauw naar buiten. De leeskinderen bleven.''  Naast de boekverslindende en nog een paar andere soorten leeskinderen had je ook de hobby-kinderen. ''Er was in mijn tijd een jongetje van negen jaar dat autoboeken las en meer van auto's en motoren afwist dan ik ooit mijn hele leven zal weten. (...) Ik had daarom een groot ontzag voor hem en hij legde mij ernstig uit hoe een zuiger werkt. De hobby-kinderen gaan recht op hun doel af en laten zich niet verleiden tot zijwegen. (An Rutgers van der Loeff-Basenau (red.), 1971, De druiven zijn zoet. Zeventien stemmen over het kinderboek. Groningen: Wolters-Noordhoff, p.24).   

Het beslissende boek
Leefkinderen en de zomerdip vormen geen gelukkige combinatie. Niet iedere ouder is immers een tijgerouder en leestijd inruimen op school is een stuk gemakkelijker dan thuis. Hoe dat komt? Op school heersen structuur, groepsdrang en een natuurlijke saaiheid die thuis ontbreken. Bovendien worden prestaties op school onmiddellijk beloond (of het gebrek er aan bestraft) en dat is thuis een stuk ingewikkelder. Leefkinderen thuis aan het lezen krijgen gaat vaak gepaard met ruzie. En, zomerdip of niet, we weten in ieder geval zeker dat leesruzies en leesresultaten niet samengaan.
Wat wel helpt: samen op zoek gaan naar DAT ENE BESLISSENDE BOEK. Stephen Krashen (2000) vroeg 214 studenten of ze van lezen hielden en of ze één boek konden noemen waardoor hun leesinteresse was aangewakkerd. 53% kon moeiteloos de titel van dat ene speciale lievelingsboek noemen. Krashen beantwoordt de vraag die hij stelt in de titel van zijn artikel ''The Home Run Book: Can One Positive Reading Experience Create a Reader?''  dan ook bevestigend.
Hèt beslissende boek van Kees Fens (Mooren, Verdaasdonk en Verschuren, 1984) was Fulco de Minstreel. En ook dat heeft hij niet zomaar gevonden. ''Wat een opvoeder moet aandragen, kan zeer veel zijn. Er kan namelijk een hele bibliotheek nodig zijn om één enkele lezer aan dat beslissende boek te helpen, waar het bij hem tenslotte allemaal om zal gaan, het boek dat zijn lectuur en zijn leven zal bepalen.''
Goed nieuws dus: het doel van leesbevordering is niet dat we kinderen eindeloze bergen met boeken presenteren met als doel dat ze eindeloze lezers worden. Het doel van leesbevordering is dat we samen met kinderen op zoek gaan naar 'the home run book', dat éne boek dat ze nooit meer zullen vergeten en waardoor ze méér willen.

En de zomerdip?  
Uit onderzoek van Cooper (1996) blijkt dat 'the summerslide' voor middle en upper-class kinderen nauwelijks bestaat. States, Alexander, Entwisle & Olson (2012) laten zien dat ook voor zwakke lezers lang niet altijd sprake is van een zomerdip. Dus wellicht zijn die tips en die werkbladen niet nodig. Onze tip: veel voorlezen, ook aan oudere kinderen (in de tent in de regen is niets fijner).Veel luisterboeken in huis halen. En vooral geen ruzie over lezen!

De zomerdip van leraren
Leraren hebben ook last van de zomerdip. Hun dip ligt echter meestal niet in, maar vlak voor de zomervakantie. Als de bergen werk onoverkomelijk zijn geworden. Wij zijn ook leraren. En dat is één van de redenen dat onze laatste blog in mei is verschenen, terwijl het nu al juli is. Maar ook in het nieuwe jaar gaan we gewoon door. Om onze gedachten te ordenen. Omdat we de 50.000 pageviews bijna hebben bereikt. En omdat we om ons heen merken dat er grote behoefte is aan onderbouwde informatie over lees- en taalonderwijs. Voor al onze lezers een fijne zomer!

'So seasonal alarm bells aside, the best way to push back against the summer slide is with your library card' (Annie Murphy Paul)