Het is zover!
We kondigen het al een hele tijd aan, maar nu is het zover. Na Rijke taal voor het basisonderwijs gaat ook Rijke taal voor het (v)mbo verschijnen. We zijn blij verrast door alle aandacht voor ons eerste Rijke taal-boek. In eerste instantie werd het gekocht door leraren die het in hun schoolteam gingen lezen en bespreken (wat we geweldig vinden, want dat is niet zo gebruikelijk voor een studieboek). In tweede instantie zagen we het verschijnen in de nascholing en nu merken we dat het ook op pabo's gebruikt wordt. We zien dat Rijke Taal onze collega's echt een ander perspectief biedt op taal- en leesonderwijs. Dat is hard nodig, want met ons huidige taalonderwijs doen we leerlingen/studenten met een minder rijke taalachtergrond tekort en houden we kansenongelijkheid in stand.
Zoals de titel van deze blog al zegt is deze nieuwe Rijke taal-uitgave niet alleen maar bedoeld voor het vmbo en mbo, maar voor alle leerlingen die in een taalarme omgeving opgroeien. Dat zijn vaak (niet altijd) de leerlingen in het vso, het pro, de meest praktische niveaus van het vmbo en mbo. Het zijn ook ook leerlingen in internationale schakelklassen die hun eigen taal matig beheersen en daarom moeite hebben met het leren van Nederlands. Voor hun leraren (en daarmee ook voor de leerlingen/studenten) is dit boek geschreven.
Onze visie
Net als in het eerste Rijke Taal-boek vragen we ons ook nu weer af hoe het komt dat meestal vooral de betere leerlingen profiteren van het taalonderwijs op school. Maar hoe geef je onderwijs aan leerlingen/studenten die hun hele schoolcarrière al te horen hebben gekregen dat ze 'nu eenmaal niet zo goed zijn in taal'? Door je te realiseren dat zij de basis missen voor metacognitie (leesstrategieën, spellingregels, genrekennis, invullesjes etc.) die wij van hen vragen. Zij zijn veel meer gebaat bij 'gewoon denken' over langer durende rijke thema's en over rijke teksten. (Voor)lezen is in goed taalonderwijs de basis. Door te lezen over interessante thema's en actief te denken over thema's, boeken en tekstsets ontwikkelen leerlingen/studenten hun taal. Dat gebeurt echter niet of nauwelijks tijdens het doorwerken van een taalmethode.
Waarom dit nieuwe Rijke taal-boek?
*omdat dit een doelgroep is waar niet zo vaak specifiek voor wordt geschreven. Taaldidactieken voor het voortgezet onderwijs gaan vaak over vmbo-tl, havo en vwo.
*omdat dit een enorm belangrijke doelgroep is. In de praktische beroepen waarvoor zij worden opgeleid bestaan momenteel grote tekorten.
*omdat een te groot deel van deze leerlingen/studenten het risico loopt laaggeletterd te worden.
Waarom hebben juist wij ervoor gekozen om dit boek te schrijven? Omdat dit een doelgroep is waarmee we grote affiniteit hebben. Degenen die Rijke taal basisonderwijs hebben gelezen, hebben zeker opgemerkt dat we ook daar veel aandacht besteden aan leerlingen die niet zo gemakkelijk taal leren. Anneke heeft lang leerlingen met leesproblemen begeleid in het VSO-LOM (te vergelijken met LWOO) en praktijkonderwijs en Erna is al een hele tijd actief bezig met taalonderwijs in het mbo. Ook in onze master Educational Needs studeren veel studenten uit deze opleidingen.
Waarover gaat deze nieuwe Rijke taal-uitgave?
In hoofdstuk 1 wordt de doelgroep van dit boek beschreven en de manier waarop praktisch georiënteerde leerlingen/studenten taalonderwijs beleven. De vraag wordt gesteld hoe juist deze leerlingen/studenten op een duurzame manier taal leren. In dit hoofdstuk gaan we ook in op de vraag wat duurzaam taal leren betekent. We bespreken leer- en ontwikkelingsprocessen op het gebied van taal en lezen en er komt aan bod hoe alle leraren samen een goed taalaanbod kunnen vormgeven.
In hoofdstuk 2 gaan we in op passend onderwijs en inclusie. We beschrijven de problemen die je kunt ervaren met taal en lezen. Meertaligheid kan een belemmering zijn als je een beperkte taalachtergrond hebt in je eigen taal. Daarnaast bespreken we wat het met je doet om een label te krijgen en gaan we in op dyslexie, TOS, ADHD en ADD (ADHD(-I), ASS en begaafde leerlingen/studenten in het vmbo en mbo.
In hoofdstuk 3 gaat het over taalbeleid en organisatie van het taalonderwijs. Daarbij komt de samenwerking van leraren aan bod, het inrichten van de lessen, toetsing, de rol van ICT, digitale geletterdheid, leerlingen ondersteunen in en buiten de klas.
Hoofdstuk 4 gaat over het belang van rijke (beroeps)contexten voor het leren van taal. Waarom zou je taal verbinden met rijke (beroeps)contexten en hoe doe je dat? Daarnaast gaat het in dit hoofdstuk over woordenschatontwikkeling. In hoeverre helpt het om leerlingen expliciet woordbetekenissen aan te leren?
Hoofdstuk 5 gaat over het belang van rijke teksten en het ontwikkelen van een positieve lezersidentiteit. Wat is een rijke tekst en wat maakt het uit voor leerlingen of zij rijke of verarmde teksten lezen? En kun je je literaire competentie eigenlijk wel ontwikkelen als je niet leest en ook niet precies weet wie je bent als lezer?
Hoofdstuk 6 gaat over leren lezen. We besteden aandacht aan het leren decoderen en de leesontwikkeling (het verder ontwikkelen van de leesvaardigheid en begrip). Hoe zie je of een leerling/student wel of niet kan lezen? Hoe wordt duidelijk of hij of zij een tekst begrijpt? Wat is goed leesonderwijs voor deze doelgroep? In dit hoofdstuk bespreken we de mogelijkheden van de Focus op begrip-aanpak voor de doelgroep van ons boek. Ook gaan we in op de vraag welke rol actief denken over thema's en teksten voor de taalontwikkeling speelt.
Hoofdstuk 7 gaat over actief denken over (beroeps)contexten. We bespreken wat krachtige en minder krachtige taalopdrachten zijn en welke rol technologie kan spelen.
Hoofdstuk 8 gaat over actief denken over (beroeps)thema's tijdens gesprekken. Hoe voer je gesprekken waarin je actief nadenkt en hoe evalueer je ze?
Hoofdstuk 9 gaat over actief denken in relatie tot het schrijven van teksten. Het schrijven van teksten is een complex ontwikkelingsproces. Hoe begeleid je leerlingen/studenten daarbij?
Hoofdstuk 10 gaat over het actief denken over taal (spelling en taalbeschouwing). Leerlingen/studenten uit het (v)mbo hebben hun hele onderwijsleven al geprobeerd de spellingregels te begrijpen en toe te passen in spellinglesjes. Toch kunnen ze vaak nog steeds niet spellen. Hoe komt dat? Wat kun je doen? Daarnaast gaan we in op de vraag hoe belangrijk grammaticalessen zijn.
Net als we in het voorwoord van ons boek doen, willen we ook hier iedereen bedanken die met ons heeft meegedacht. Onze studenten in de Master EN (leerroutes taal en nieuwkomers) van de Hogeschool Windesheim in Zwolle, collega's op scholen voor vso, pro, vmbo, mbo en nieuwkomers en bibliotheekmedewerkers. We willen iedereen die het boek leest motiveren met ons mee te blijven denken, want het ontwikkelen van goed taalonderwijs voor deze doelgroep is een continu proces waarin we steeds weer nieuwe ontdekkingen zullen doen.
Meer weten?
Ons boek verschijnt binnenkort. Op deze site vind je extra informatie en kun je het boek alvast reserveren, mocht je dat willen: https://www.boomtestonderwijs.nl/100-14253_Rijke-taal-v-mbo.