Motivatie voor lezen
Het eerste half jaar in groep drie ontlenen veel kinderen hun motivatie aan het feit dàt ze leren lezen. Het ontdekken van steeds meer letters en woorden daagt uit en opent nieuwe werelden. Het feit dat leerlingen veel bezig zijn met het 'technisch' ontsleutelen van woorden wordt in de eerste helft van groep 3 gecompenseerd door veel voorlezen zodat er een doorgaande lijn ontstaat van de prachtige prentenboekentaal in de kleutergroepen naar het zelfstandig en gemotiveerd kunnen lezen van verhalen.
Naarmate kinderen de elementaire leeshandeling steeds beter onder de knie krijgen, raken ze niet langer gemotiveerd door het leren lezen zelf. Kinderen hebben na het eerste half jaar in groep 3 in toenemende mate de inhoud van teksten nodig om hun leesmotivatie te stimuleren en op peil te houden. Naast het zelfstandig lezen blijft tweemaal daags voorlezen belangrijk voor het oefenen van begrijpend luisteren (en daarmee begrijpend lezen). Ook worden door voorlezen de leesmotivatie en de smaakontwikkeling gefaciliteerd (zie bijgaand artikel). Daarnaast is het van groot belang dat leerkrachten het zelfstandig lezen en hardop lezen (duolezen, koorlezen etc.) ondersteunen door nieuwe boekjes te presenteren, door kinderen te helpen kiezen en door hen korte boekreclames te laten houden.
Vloeiend lezen
In de tweede helft van groep drie staat vloeiend lezen centraal. Vloeiend lezen en het begrijpen van tekst zijn voor jonge lezers complementair.
Fluent readers are able to read orally with speed, accuracy, and proper expression. Fluency is one of
several critical factors necessary for reading comprehension. Despite its importance as a
component of skilled reading, fluency is often neglected in the classroom. This is unfortunate. If text
is read in a laborious and inefficient manner, it will be difficult for the child to remember what has been read and to relate the ideas expressed in the text to his or her background knowledge. Recent research on the efficacy of certain approaches to teaching fluency has led to increased recognition of its importance in the classroom and to changes in instructional practices. (National Reading Panel, 2012, p.11)
Men is er lang van uitgegaan dat vloeiend lezen in groep 3 betekent dat leerlingen zo snel mogelijk woorden herkennen. Deze opvatting werd vertaald in oefeningen met woordrijen. Inmiddels weten we dat vloeiend lezen -na het leren van letters en elementaire leeshandeling - een vaardigheid is die vooral op tekstniveau ontwikkeld moet worden. Daarvoor is het dan ook nodig dat veel tekst wordt gelezen. Als kinderen in deze teksten onbekende woorden tegenkomen gebruiken zij hun kennis van het alfabetisch principe (de klanktekenkoppeling) als techniek om (delen van) moeilijke woorden in teksten te ontsleutelen. Dankzij hun kennis van het alfabetisch principe is leren lezen een 'self-teaching mechanism' (Share, 1995; Share & de Jong, 2007 ) geworden. Het is dan ook niet nodig om expliciete instructie te geven over allerlei verschillende woordtypes zoals dat wel gebeurt in hedendaagse methodes. Deze tijd kan beter besteed worden aan het ondersteunen van kinderen bij het lezen van voor hen interessante boeken.
Accuratesse en tempo
Zowel in de basis- als in de verlengde instructiegroep (lagen 1 en 2 van het 3-lagen model) zou in de tweede helft van groep 3 het lezen van teksten centraal moeten staan. Het is minder effectief om aandacht te besteden aan letter- en woordniveau. Losse letters oefenen heeft in de tweede helft van groep 3 geen zin meer. Letters worden immers makkelijker herkend en onthouden in woorden (de Jong, 2007). Het is bovendien jammer van de tijd die je met zwakke kinderen ook kunt besteden aan het lezen van tekst.
Als er al wordt gewerkt aan woordniveau, is dat ter wille van de accuratesse van het decoderen. Dit oefenen op woordniveau wordt geïntensiveerd door het ook laten schrijven van de geoefende woorden. Werken aan tempo op woordniveau heeft geen zin. Dat helpt namelijk alleen voor de woorden die je oefent. Tempo aspecten generaliseren niet naar andere woorden. Alleen als accuratesse het probleem is (kinderen komen er niet uit met het decoderen van bepaalde woorden), heeft het zin om op woordniveau te oefenen.
Als tempo het probleem is dient er voornamelijk op tekstniveau geoefend te worden. In groep 3 moet dat de hoofdmoot zijn en dat geldt zeker voor zwakke lezers! Voor - koor - papegaai is een prima methodiek. Hierbij wordt de tekst eerst voorgelezen door de leerkracht en dan klassikaal met de kinderen in koor gelezen. Vervolgens lezen de kinderen in random volgorde, daartoe aangewezen door de leerkracht, ieder twee zinnen van de tekst. De eerste zin die zij lezen is een herhaling van de laatste zin van de vorige lezer. De tweede zin lezen zij zelfstandig. Op deze manier blijven kinderen goed opletten bij het lezen van anderen, en wordt het lezen ook gefaciliteerd doordat eerst een zin vloeiend nagezegd kan worden voordat kinderen zelfstandig een zin lezen.
Hoe meer tekst er gelezen wordt, hoe beter. Dat betekent dat je als het even kan met de kinderen doorleest in het boek (voor koor papegaai), zonder al te veel herhaling. Als leerlingen heel zwak lezen is wel herhaling nodig. Neem de basis - en de verlengde instructiegroep samen voor voor-koor-papegaai en geef daarnaast de verlengde instructiegroep extra oefening. Dit kan bestaan uit het herhaald lezen van eerder gelezen tekst of uit preteaching van de eerstvolgende tekst zodat ze makkelijker met de groep meekunnen.
Schrijven en lezen
Vloeiend leren lezen vereist veel oefening. Daarvoor is motiverend en betekenisvol leesmateriaal nodig. Dat is er volop. Zo zijn er behalve verhalende boeken strips voor beginnende lezers, versjesboeken, informatieve boeken, boeken met fictie èn non-fictie, moppenboeken en tijdschriften.
Schrijven over lezen bevordert het denken over teksten en daarmee het begrip. Het verdient aanbeveling om leerlingen in de tweede helft van groep 3 een schriftje te geven waarin ze van ieder boekje dat ze hebben gelezen de titel kopiëren en zelfstandig een zin schrijven over het verhaal dat ze hebben gelezen. Ook dit kan de leerkracht ondersteunen door na een boekpresentatie te laten zien welke zin zij heeft geschreven. Het gaat om eenvoudige zinnen als Tim is goed in voetbal of Kas heeft een grote hond. Begrijpelijkheid is hierbij belangrijker dan correcte spelling. Invented spelling vormt in de groepen 1,2 en 3 een uitstekende stimulans voor de leesontwikkeling. Het is dan ook belangrijk om vrij schrijven tot een dagelijkse routine te maken in groep 3. De gelezen boeken kunnen daarbij als een uitstekende inspiratiebron dienen, maar ook andere schrijftaken zijn denkbaar (brieven, dagboekjes, ed.).
Interventies
In het (speciaal) basisonderwijs kunnen alle kinderen leren lezen. Sommigen hebben daar meer tijd en ondersteuning bij nodig dan anderen. Met de Connect methodieken zijn goede ervaringen opgedaan als extra interventie (interventielaag 3; 3 x per week) in groep 3. De methodieken zijn bedoeld voor kinderen die ondanks basis- en verlengde instructie in de groep niet voldoende vorderingen maken en kunnen worden uitgevoerd in kleine groepjes (maximaal 4-5 leerlingen). Bij Connect zijn motiverende boekjes gemaakt door Annemarie Jongbloed. Vaak zal voor Connect ook gebruik gemaakt worden van de teksten die in de klas behandeld worden.
Connect Woordherkenning is bedoeld voor leerlingen die onvoldoende self-teaching mechanism hebben door problemen met het decoderen. Dit betekent dat zij, ondanks hun vaardigheden met 3-klankwoorden, veel langere woorden niet zelfstandig kunnen ontcijferen. Dit geldt zelfs als zij maximaal de tijd krijgen hiervoor. Leestempo problemen zijn niet het doel van Connect Woordherkenning omdat dit type woordrijtjes wel leidt tot meer accuratesse maar niet tot een hoger leestempo (de Jong & Messbauer, 2011). De wijze waarop Connect Woordherkenning wordt uitgevoerd staat beschreven in Smits en Braams, 2006. Een voorbeeldfilmpje is hier te vinden.
Connect Vloeiend Lezen is bedoeld voor leerlingen die onvoldoende self-teaching mechanism hebben doordat zij te traag decoderen. Deze traagheid belemmert de automatisering van het lezen en kan leiden tot de volgende vicieuze cirkel: traag decoderen - niet automatiseren - geen gebruik kunnen maken van geautomatiseerde woordbeelden - traag decoderen. Ook de wijze waarop Connect Woordherkenning wordt uitgevoerd staat beschreven in Smits en Braams, 2006. Een voorbeeldfilmpje is hier te vinden. Connect Vloeiend Lezen is bedoeld voor de tweede helft van groep 3. Voorwaarde is dat kinderen, mits voldoende tijd, de meeste woorden in de teksten voor groep 3 langzaam maar accuraat kunnen ontcijferen.