Nog bekender is De pikkel en de wop. Deze legendarische tekst was bedoeld als kritiek op het KPC dat met veel enthousiasme het AVI-lezen had geïntroduceerd. Ook nu wilde Annerieke Freeman-Smulders duidelijk maken hoe onzinnig het is om bij technisch lezen alleen te focussen op techniek en niet op begrip. Wij diepten hem op uit haar boek Leren lezen is niet genoeg (1990), maar zelf geeft ze aan dat de tekst al in 1982 in druk verscheen.
De pikkel en de wop
Een wop mufte zijn frinse fruin
Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wop
'Groes mijn bale fruin!' loeg de wop biest.
'Mijn fruin is frins.'
'Proest bedaan!' makkelde de pikkel. 'Mart jij benedal geen lijpjes?'
'Ik mart geen rotse pikkels,' slukte de wop biester.
In de tekst waar De pikkel en de wop deel van uitmaakt, moet het meisje Kim na het lezen ervan vragen beantwoorden:
Wat mufte de wop? 'Zijn frinse fruin, juf.'
Mart de wop rotse pikkels? 'De wop mart geen rotse pikkels'
Wanneer we op internet De pikkel en de wop intypen, levert dat behoorlijk wat resultaten op: teksten en presentaties over taalbeleid, over lezen of over taalonderwijs aan anderstalige nieuwkomers waarin zonder vermelding van de auteur vrijelijk en creatief met de tekst wordt omgegaan en er allerlei vragen bij zijn bedacht: Hoe
beunde de pikkel in de fruin van de wob? Wat is de
fruin? Wat
makkelde de pikkel? Hoe
slukte de wob?
In NRC van 30 januari 1999 merkt Annerieke Freeman-Smulders Hilversum in een ingezonden brief fijntjes op dat in een eerder artikel in de krant De pikkel en de wop toegeschreven werd aan het KPC, maar dat zij de auteur was en de tekst juist schreef als kritiek op het KPC. 'Hun overgrote fixatie op leestechniek leek mij nadelig voor kinderen die het lezen van huis uit niet kennen. Dat mijn ideeën na zo'n 25 jaar met instemming zijn overgenomen doet mij deugd, maar de identificatie gaat nu wel iets te ver.'
Dat haar tekst zo populair is gebleven, heeft er alles mee te maken dat die behalve bij het technisch leesonderwijs ook naadloos bleek te passen bij het onderwijs in begrijpend lezen. In de jaren negentig gebruikten we de tekst op de pabo om duidelijk te maken hoe ouderwets de tot dan toe gebruikte tekst met vraag- en antwoord-methodes waren. Met het door Aarnoutse geïntroduceerde strategisch leesonderwijs zou alles veranderen. Dat is niet gebeurd. Leesstrategieën zijn verworden tot lesdoelen en De pikkel en de wop-tekst is -helaas- nog steeds uitstekend bruikbaar om te laten zien dat we weliswaar kunnen denken dat we begrijpend lezen oefenen en toetsen, maar dat dit soort werkwijze niet leidt tot versterking van het leesbegrip.
Tijdens een door de SLO georganiseerde bijeenkomst een paar weken geleden waar ook vertegenwoordigers van het Ministerie, de Inspectie en uit de wetenschap aanwezig waren, verbaasden we er ons met zijn allen over dat het taalonderwijs in Nederland is verworden tot 'Teaching to the test'. De boodschap van Annerieke Freeman-Smulders is de onze: tijd voor lezen, kennis van kinderboeken, hulp bij het kiezen van boeken en praten en schrijven over boeken.
We vonden Oma waarom lezen wij? in DNBL in een van de nummers van Literatuur zonder Leeftijd uit 1992. De tekst is ook opgenomen in een artikel in Leesgoed (nummer 7, 2008, 265-270) waarin ze vertelt over haar werk, maar dat is helaas niet op internet te vinden. Terwijl we zochten, ontdekten we dat Annerieke Freeman-Smulders op 5 januari 2017 op bijna 95-jarige leeftijd is overleden. In de rouwadvertentie de trotse toevoeging: jeugdbibliothecaresse. Als eerbetoon aan haar en uit dankbaarheid voor alles wat ze voor het leesonderwijs in Nederland heeft betekend, volgt hier haar nog altijd actuele tekst Oma waarom lezen wij?
Oma, waarom lezen wij?
Goeie vraag, kind, waarom leest een mens eigenlijk? Ik zal je vertellen waarom ik lees. En dat is om iets te weten te komen, bijvoorbeeld: ik kijk in de krant om te weten wat er in de wereld gebeurt, of wanneer de bibliotheek open is. En als ik een roman lees, een verhaal dus, dan lees ik om te weten hoe het de hoofdpersoon vergaat, wat ze allemaal meemaakt.
Ja oma, dat dacht ik ook, maar op school is lezen iets heel anders. Gisteren hadden we een leesles en daar waren woorden uitgelaten die we moesten invullen. Kan de meester zien of we het snapten, zei hij. Maar het ging over Zwitserland, hoog in de bergen met sneeuw en zo, en daar weet ik niks van. Waarvoor dienen sneeuwkettingen, oma, is dat om auto's uit de sneeuw te trekken? Ik begreep er niks van, was het maar over Ponypark Slagharen gegaan, dan had ik wel een tien gehaald, daar weet ik alles van.
Kind, je moet je verhalen niet zo warrig vertellen. Zet alles nou eens goed op een rijtje. Ten eerste: je had aardrijkskunde; ten tweede: de meester had Zwitserland behandeld; ten derde: hij wilde weten of jullie het goed geleerd hadden, bedoel je dat?
Nee oma, het was geen aardrijkskunde, het was begrijpend lezen. Dat is zo'n eng vak, je weet nooit waar het over gaat. Laatst hadden we een lesje, daar moesten we de kern van de tekst uit halen en dat ging over dieren in de winter, maar het was niet voor biologie, want met biologie zijn we bezig met een projekt over voortplanting. En ook hadden we laatst iets over eilanden in de Stille Zuidzee, de Nieuwe Hebriden en mensen die daar ziek zijn en wat ze daarover denken. Oma, zijn er ook Oude Hebriden.
Maar kind, eilanden in de Stille Zuidzee en bijgeloof, dat is culturele anthropologie. Dat heeft je tante Marielle op de Universiteit gestudeerd. En leren jullie dat tegenwoordig ook al op de basisschool?
Welnee oma, het ging er helemaal niet om dat we iets leerden over de Stille Zuidzee, we moesten gewoon feit van mening kunnen onderscheiden. Oma, waarom moeten we bij begrijpend lezen de ene keer feit van mening onderscheiden en dan weer tussen de regels doorlezen en een andere keer woorden onderstrepen en ook soms een samenvatting maken. Dan leer je toch niks, als je steeds voor de meester kunstjes met de tekst moet uithalen. Zo kom ik nooit aan lezen toe! Kind, wees blij dat jij dat thuis kan doen. Ga er later maar voor studeren: hoe kinderen lezen leert. En reken maar dat dan nog steeds eigenwijze jongetjes zijn die overal kritiek op hebben.